De Duitse stad Aken presenteert zich trots als Bad Aachen. De Romeinen baadden er graag, Karel de Grote zocht er verlichting voor zijn reumatische aandoening, de adelijke vorstenhuizen van Europa zochten eeuwenlang de badplaats op voor vertier en genezing. Zowel in mijn jeugd als later kon ik mij slechts een naar rotte eieren ruikende openbare bron in het stadshart herinneren. Maar waar zijn dan die geneeskrachtige bronnen of kuurbaden te vinden?

In het stadshart loop je makkelijk naar de ‘Elisenbrunnen’, waar warm bronwater kan voelen of proeven. Enkel in het zuidelijke stadsdeel Burtscheid vinden we twee kuurklinieken met thermaal water en een niet stinkende warmwaterbron op het marktplein. In Aken heb je bijvoorbeeld nog de voor een breed publiek toegankelijke Carolus Thermen, gelegen in een stadspark. Sinds begin deze eeuw leeft de badcultuur in Aken weer op, dank zij burgerparticipatie en nieuwe inzichten onder bestuurders. Aken beschikt al eeuwen over tientallen waterbronnen, waaronder enkele met heet water. De temperatuur van die thermale bronnen wisselt tussen de 40 en 70 graden. Dat bronwater is regenwater dat van de hoger gelegen vlakte Hohen Venn door verschillende aardlagen naar ongeveer 3000 meter zakt. Het is rijk aan mineralen (kookzout, kalksteen) en is zwavel- en fluoridenhoudend. In de Romeinse tijd was Aquae Granni een belangrijke legerplaats, waar de manschappen zich konden ontspannen in de thermale baden. In de 18e en 19e eeuw ontwikkelden zich hier allerlei baden voor ontspanning en genezing, en ontstond het verschijnsel van de kuurbaden en –klinieken. Tijdens de laatste Wereldoorlog zijn de badgebouwen in het oude centrum echter merendeels vernietigd. De Elisenbrunnen is eigenlijk het enige voorbeeld van een heetwaterbron, die toegankelijk is voor iedere bezoeker van het stadshart. Toegankelijk voor een kapitaalkrachtig publiek is het thermaal bad in het hotel Quellenhof. Tussen 1960 en 2000 sloten de laatste grote badhuizen.
De stad Aken wilde iets herstellen van de oude badcultuur en opende in 2001 de Carolus Thermen. De mooie architectuur van dit thermaal bad is deels een verwijzing naar de Romeinse badcultuur. Het ligt aan de rand van het prachtige Stadtpark, dat als Kurviertel werd aangelegd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een wandeling door dat park voert langs fonteinen, een Kurhaus (nu Casino) en het Quellenhof. In de Carolus Thermen vind je onder andere acht bassins gevuld met mineraalthermaal water (tussen de 20 en 34 graden), buitenterrassen en -bassins met overal massagestralen, watervallen en een stromingskanaal, terwijl liefhebbers ook gebruik kunnen maken van het saunadeel. Zwemmen kun je proberen, maar je overgeven aan het warme bronwater is verleidelijker. www.bad-aachen.de