De eigenaar van het openluchtzwembad Terworm in Heerlen, Oranje Vastgoed B.V., wilde het bad in 1983 overgeven aan de gemeente Heerlen. Het stadsbestuur wilde er een pretpark inrichten. Dat voornemen leidde tot ongekend brede protesten onder de plaatselijke bevolking: een actiegroep, handtekeningen, protestmars , een nat protest in Terworm, aandacht in de media, en politieke discussie. Vergeefs, want in 1985 ging het populaire zwembad toch dicht. Een vijver in een bos en mooie herinneringen zijn overgebleven.

In 1921 opende het zwembad haar deuren. Aanvankelijk was het een uitgegraven, plaatselijke vijver op een landgoed bij kasteel Terworm. De toenmalige Oranje-Nassaumijnen exploiteerden het zwembad. Het was bedoeld voor de gezinnen van mijnbeambten, het hogere kader op de steenkolenmijnen. Leden van de Zwemvereniging Oranje Nassau mochten daar zwemmen. In de loop der jaren verviel die exclusiviteit; de ZON-leden kregen gezelschap van andere burgers.
In 1935 opende het nieuwe Sportfondsenbad in Heerlen, waar het schoolzwemmen terecht kon. Het bad Terworm kreeg in de jaren dertig een vernieuwde inrichting. Een centraal gebouw voor de kassa, administratie, horeca, en met een dakterras. Het natte deel van het zwembad was een grote, betonnen bak gevuld met water. Hekken in die bak gaven een scheiding aan tussen spelende, beginnende en geoefende zwemmers. Links en rechts van de ingang waren de badhokjes. Verderop de ligweiden. Het ene deel van het bad was bestemd voor mannen en jongens, en het andere deel voor vrouwen en meisjes. Bij de vrouwenafdeling was een stuk weide gereserveerd voor moeders met kinderen. Een toestand die pas in de jaren zeventig werd beëindigd.
Dit mooie buitenbad heeft voor mij en vele anderen onvergetelijk vakantievertier betekend. Een ontmoetingsplek voor vrienden en vriendinnen. Na een prachtige fietstocht vanuit het centrum of een buitenwijk kon dit bad al om zeven uur ’s ochtends bezocht worden.
De sluiting van de laatste steenkolenmijn – particuliere mijn Oranje-Nassau I (Heerlen), in 1974, leidde de ondergang in van vele voorzieningen. Zonder kolen geen bad.