Samen met broertje Ruud en moeder bezochten we in 1961 de Engelse tak van de familie. De oudste zus van mijn vader, Fem Kuiper, had zich verliefd in een Engelse militaire bevrijder: zo ontstond het gezin Egremont aan de rivier Avon. Zij woonden in een boerderij tussen de weilanden met melkvee. Wat stond ons te wachten?
de overtocht
Het KNSM motorschip ‘Willemstad’ vervoerde ons, andere passagiers en vracht. Een reis over de Noordzee door het Nauw van Calais, over Het Kanaal, en naar de havenstad Southampton. Tijdens de vaart over het Noordzeekanaal keken we vanuit de brug naar buiten. Het was bewolkt met af en toe een zonnetje. De sluisdeur bij IJmuiden ging open en de ‘Willemstad’ moest het zonder sleper redden. Tot het zeegat was de gang kalm, maar daar voorbij moest het arme schip zich door de hoge branding beuken. We trokken bleek weg. Op een achterdek buiten stonden we te kokhalzen, terwijl we de kolkende golven links en rechts zagen. De deining was ’s nachts minder geworden en bij het zien van de krijtrotsen aan de overkant waren we de start bijna vergeten.
jongens
Wij waren jongens van elf en negen jaar en genoten van het buitenleven. Rennen over de weilanden achter de konijnen aan. Met laarzen en een hengel vissen in de Avon. Een rondje maken op een pony. Met handen en voeten ons verstaanbaar proberen te maken met de twee neefjes en het nichtje. We zagen de Stonehenge en bewonderden het Engelse stadje Salisbury.
Soms gebeurden er vreemde dingen, zoals het droge koekjes eten in de middag met een kopje thee. Hoe sterk we ook in ons spel verdiept waren, we mochten Tea Time nooit overslaan. En dan moesten we ook nog blij zijn met een snee wittebrood met kaas en blaadje sla. Dat heette ‘sandwich’. Tijdens een beleefdheidsbezoek aan een adellijke familie op een Castle voelden we ons ongemakkelijk en waren we opgelucht dat we buiten cricket mochten spelen.
onderweg
Inmiddels kreeg moeder signalen, dat ‘de jongens’ de huishouding van het veebedrijf soms verstoorden. We voelden het keurslijf knellen. Op een dag nam oom M. ons mee in zijn Land Rover op weg naar het stadje Salisbury. Onderweg stopte hij bij een vrijstaand huisje langs de weg. Oom sprak een bedrukt kijkende man aan. Die stond buiten, omringd door allerlei huisraad. Verder reden wij weer. Wat was er gebeurd? Oom M. had een landarbeider en zijn gezin op straat gezet.
In een briefkaart naar huis verheugde moeder zich over het komende terugreis: “De jongens (zijn) al even blij hoor.”

Dag Har, Ontroerend verhaal
Je bent wel vergeten te melden dat je jongste broertje weer eens niet mee mocht (traumatische ervaring) >
LikeLike