Lakritz?

Ooit wachtte ik ergens in september 1967 in een drogisterij op het Amsterdamse Koningsplein op mijn beurt. Ik was net uit het verre Heerlen aangekomen in de hoofdstad en de conservatief-katholieke studentenvereniging eiste van ieder nieuw lid onder meer een flesje met lakritzwater. “Heeft u misschien wat lakritz voor mij?”, vroeg ik. De drogist keek mij aan, alsof hij het in Keulen had horen donderen. Had ik misschien teveel gemompeld of een verkeerd woord gebruikt? Achter de man in witte jas zag ik toch echt de door mij gewenste lakritz staan. “Ja, maar…”, mompelde ik enigszins verontwaardigd. Uiteindelijk werd het mij duidelijk, dat ik beter om staafdrop had kunnen vragen. Dat vreemde woord gebruikten wij Limburgse kinderen niet in snoepwinkels in Bekkerveld of op de Molenberg.

Het Oostlimburgs-Ripuarisch dialectgebied. Subdialecten: 1. Bergisch, 2. Oostelijk Zuidlimburgs, 3. Platdiets. In lichtgroen het gebied waar Heerlens Nederlands overheerst.

De uitspraak van mijn Nederlands was toen zo anders dan het in Amsterdam gesproken Nederlands, dat ik aanvankelijk vaak voor een Duitser werd aangezien. Niet helemaal vreemd, want we keken thuis voornamelijk naar de Westduitse televisie. Daarop zag ik zo vaak optredens van Willi Milowitsch, een komediant uit Keulen, en andere Westfaals figuren, dat het Duitse dialect uit die grensstreek ( zie .) nog altijd als een tweede taal aanvoelt. Op de radio hoorden wij schlagers als ‘Junge, komm bald wieder’ (Freddy Quinn). Wij draaiden op de platenspeler de vrolijke liedjes van de Catarina Valente: ‘Habanero’ of ‘Zwei kleine Italiener’. Moeder en grootmoeder spraken onderling dialect, net als vele andere familieleden. Mijn ouders spraken daarentegen tegen ons kinderen de Nederlandse standaardtaal. Op de lagere en middelbare school werd het Nederlands voor mij meer en meer de dominante taal. Goede beheersing van de die taal was gunstiger voor mijn loopbaan, dat was de boodschap.

Ja, ik mompel niet meer en mijn Limburgse accent is voorgoed verdwenen. Niemand die mij nog voor Duitser aanziet. Alleen ben ik in mijn hoofd nog vaak daar.


  • eigenlijk een Bergische variant van het Oostlimburgs-Ripuarische dialect

Bron:

Leonie Cornips en Ad Knotter, De uitvinding van Limburg: de territorialisering van geschiedenis, taal en identiteit, SHC Jaarboek 2016

Een gedachte over “Lakritz?

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.