Ene Pauly…

Maria Pauly-Lemmens kon nog op hoge leeftijd genieten van een rit, bijvoorbeeld naar het naburige Land van Herve. In een kroeg in Aubel sprak zij zijdelings over een verwante, wonend bij Verviers: “Ene Pauly.., een verre achternicht”. Zij was goed in spannende verhalen vertellen. Decennia later, heb ik die opmerking verder uitgezocht. Een verhaal over grensgangers, hard werken en soms sociale verbetering.

op weg naar Land van Herve, Epen 1992

zonder landsgrenzen

Oma groeide op in het grensdorp aan de Worms: Rimburg. Haar moeder werkte bij de boeren voor een mud koren of melk. Haar vader verruilde het mijnwerkersbestaan in Heerlen voor dat van kleine ondernemer in Rimburg: hij bouwde er een woonhuis, kroeg, en een feestzaal. Dochter Mie Lemmens raakte verliefd op Hubert Pauly, uit het nabije Duitse Teveren.

De ouders van Hubert waren in Duitsland terechtgekomen en vervolgens verhuisd naar Ubach over Worms. Deze Jan Pauly (‘machinist’) en Johanna Steegers (‘dienstmaagd’) trouwden in november 1892 in Aken. Mijn grootvader had als jongen in een knopenfabriek in Aken zijn eerste geld verdiend en daarna een overstap gemaakt naar de ondergrondse kolenwinning. Hij schopte het tot hoofdopzichter.

Oma begon haar loopbaan op een garenfabriek in Rheyd (bij Monchen-Gladbach), waar ze 10 uren per dag werkte en in een kosthuis overnachtte. Dat hield ze slechts acht dagen vol. Vervolgens werd zij huishoudster in Keulen, Aken en Heerlen. Die laatste betrekking was in de huishouding van de Heerlense burgemeester De Heselle.

herkomst

de ouders van Hubert Pauly, Groenstraat

Veel meer kreeg ik van de herkomst van de Pauly’s niet mee. Er was nog een zeldzame foto van mijn overgrootouders Pauly in de Groenstraat (Waubach), en een overgeleverde stamboom, teruglopend tot 1645. Die Pauly’s leefden in het Land van Herve – gelegen tussen de Voerstreek en de Ardennen – en de omgeving van Verviers. In plaatsen als Soumagne, Olne, Verviers, Petit Rechain, Grand Rechain, Lambermont of Hodimont. Een enkeling trok iets verder naar de Duitstalige gebieden: Grotenrath en Teveren. In Lotharingen komen nog meer families voor met de naam Pauly of Pauli. Een aanwijzing van de herkomst van die familienaam in nog oudere tijden?

voorouders

Deze voorouders waren meertalig: de meesten spraken een Waals dialect of, naarmate men noordelijker woonde, Nederduits. Een enkeling zal zich ook verstaanbaar hebben kunnen maken in het Frans, Duits of Nederlands. Zij voelden zich geen onderdaan van het Prinsbisdom Luik, het hertogdom Limbourg, het graafschap Dahlem, of de Staatse Nederlanden. Die staatsrechtelijke grenzen stelden weinig voor in de beleving van de meeste bewoners. Men voelde zich verwant met de directe familie, en met het dorp of de streek, en niet met de machthebbers in Wenen, Madrid of Luik.

Zij moesten vooral zien te overleven met werk in de landbouw. Zij zullen kleinvee hebben gehouden of misschien zelfs een of meer runderen. Anderen bewerkten de graanakkers of fruitgaarden. Bij hun eetgewoontes behoorden zeker het eten van appelstroop of stinkkaas. Een enkeling werkte in de opkomende metaal- en lakennijverheid in de regio tussen Luik en Verviers. De mannen werkten als landarbeider voor boeren; die boeren waren kleine grondeigenaren of pachters van adelijke grootgrondbezitters. Vrouwen en meisjes konden een bescheiden inkomen verdienen als spinster, breister, naaister, huishoudster. Men moest leven met de ingrijpende gevolgen van epidemieën, landbouwcrisis, of talloze oorlogshandelingen. Denk aan de plunderende manschappen van de Prinsbisschop, Spanje, Frankrijk of Oostenrijk, of recenter, de vernietigende doortocht van de Duitse bezettinglegers tijdens twee wereldoorlogen.

Zonder uitzondering was men katholiek; dat begon al met de doop bij geboorte, en ging verder met vormsel, huwelijk en dood. De lagere geestelijkheid kwam door hun maatschappelijke rol eeuwenlang in aanraking met het dagelijkse leven van de ‘bezitloze’ meerderheid van de bevolking. De plaatselijke pastoors noteerden alles in keurig Frans in hun parochieregisters. Soms schreven ze iets meer op, en lichtten een tipje van de sluier. Zij waren vaak betrokken bij het sterven, dag of nacht, of het begraven op de kerkhoven bij de kerken. En sterven gebeurde ook bij talloze jonge kinderen, tot ver in de 20ste eeuw.

Was er nog iets concreets te vinden van enkele familieleden in voornoemde gebieden? Een rondje over lokale begraafplaatsen in en rond Verviers en het bekijken van de vele oorlogsmonumenten leerde mij enkel dat de familienaam Pauly geen zeldzaamheid is. In parochieregisters vond ik namen van familieleden met daarbij data van geboorte, sterven, of huwelijk. Waarschijnlijk waren er geen andere documenten te achterhalen, die verwezen naar beroepsgroep, woonplaats, inkomen, vermogen, schulden, veroordelingen.

staatsarchief

Op een bloedhete dag trok ik naar het Staatsarchief te Luik. Het archiefpersoneel worstelde duidelijk met de hitte; rood aangelopen gezichten, een enkele jongeman droeg zelfs een korte broek en de paar vrouwen waren zomers gekleed. Desondanks bleven zij zeer voorkomend antwoorden op mijn vragen. Men gaf mij weinig kans om in het archief iets meer te vinden van mijn voorouders dan geboorte en dood. De werkende stand had helaas in vergelijking met de hogere adel en rijke burgerij, weinig of geen archiefsporen achtergelaten. Eventuele interessante documenten waren bovendien handgeschreven en veelal in ambtelijk Frans opgesteld. En dus zo goed als ontoegankelijk voor mij.

Nog even zocht ik, zonder veel hoop, nadere gegevens van de weduwe van Pierre Pauly uit Petit Rechain, Catherine Vilene. Deze Catherine was op 24 maart 1782 om zes uur ’s ochtend overleden en haar beroep was “cultivatrice” (net als haar man overigens). Zij was voorzien van ” tous les sacrements, et enterrée le 26 dans le cimetière”. In Verviers overleed een andere voorouder, Ferdinand Pauly, op 31 december 1786 met de kanttekening van de pastoor, dat “le 9 on a inhumé dans le cimetière le corps….son service solemnol.” Zonder een mis of dienst, zonder toespraak of een bijeenkomst. Ik meldde aan de balie mijn onverwachte vondsten, die iets zeiden over het beroep en de schrijnende armoede van enkele familieleden. “Exceptionnel”, aldus de archiefmensen.

Een uitgebreider levensverhaal van al die verwante Pauly’s in en bij het Land van Herve zal nooit verteld worden.


Simon Winder, Lotharingia, een persoonlijke geschiedenis van Europa’s Grote Breuklijn, van de Lage Landen tot aan het Juragebergte, Spectrum 2019.

Régis de la Haye, Les habitants des pays d’Outre-Meuse et le paradoxe des frontières, in: Le Duché de Limbourg et les pays d’Outre-Meuse, actes du colloque international tenu a Liege et a Maastricht les 23 et 24 mai 2016, ed. par Bruno Dumont, Miscellanea Archivistica Studia 217, pages 123- 144.

Leonie Cornips en Ad Knotter, De uitvinding van Limburg: de territorialisering van geschiedenis, taal en identiteit, SHLC Jaarboek 2016, pp. 137-163.

2 gedachtes over “Ene Pauly…

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.